OPVOEDING EN ONDERWIJS IN ARUBA
Al decennia bestaat grote onvrede over de prestaties van het onderwijs in Aruba. Het zittenblijverspercentage is hoog en te oude leerlingen zitten tussen jonge leerlingen in dezelfde klas. Te weinig leerlingen volgen het HAVO/VWO-onderwijs en te weinig leerlingen ronden hun voortgezette studie (grotendeels in het buitenland) met succes af. Gevolg: slechts 8% van de Arubaanse gemeenschap (inbegrepen de buitenlanders die door de overheid of het bedrijfsleven zijn aangetrokken wegens hun expertise) heeft een HBO of Universitaire studie. Een zeer groot deel heeft dus ‘slechts’ de MAVO (+ MBO) of minder (Lagere School – EPB) achter de rug. Vrij algemeen wordt de vinger gewezen naar de slechte staat van schoolgebouwen en verouderde leermethoden, een ontoereikend schoolsysteem en disfunctionerende leerkrachten.
Mijns inziens ligt de belangrijkste oorzaak van ‘het leerprobleem’ op Aruba echter in de zeer lage scholingsgraad van de bevolking en de daarmee samenhangende lage prioriteit die aan onderwijs gegeven wordt. De lage scholingsgraad van de bevolking leidt er mede toe dat mensen geen idee hebben van het belang van een stimulerende opvoeding van hun kinderen. Integendeel, het komt vrij algemeen voor dat een kind reeds op zeer vroege leeftijd wordt afgekapt in zijn nieuwsgierigheid waarmee hij de wereld tegemoet treedt. De bekende kindervragen: “wat is dit”, “waarom is dat zo”, “hoe werkt dat”, worden, meestal door (volledige) onwetendheid door de ouders m.b.t. het antwoord op die vragen de kop ingedrukt. Het kind moet zijn mond houden, stil blijven en gehoorzaam zijn. Als beloning krijgt hij dan een of ander (TV of computer)spel of mobiel waardoor hij zijn ouders verder met rust laat.
Ook op de lagere school en in het voortgezet onderwijs heerst voor een belangrijk deel dezelfde mentaliteit. Ook daar moet het kind stil blijven, stilzitten en dat liefst van7.30 a.m. tot 13.00 p.m. Geen wonder, want hun leerkrachten zijn door hetzelfde proces gegaan en weten niet beter. Bovendien is door de bestaande cultuur van het afschuiven van verantwoordelijkheid het verantwoordelijksgevoel bij veel mensen zeer laag ontwikkeld. Daarmee ontbreekt ook het noodzakelijke ‘initiatiefvermogen om dingen anders te doen’ en te streven naar verbeteringen van situaties. Zolang dit niet erkend wordt zullen -weliswaar noodzakelijke- verbeteringen aan de infrastructuur en methoden weinig zoden aan de dijk zetten. Het gaat in eerste instantie om het werken aan de mentaliteit van zowel ouders als leerkrachten en leerlingen. Zo lang dit niet gebeurd, zullen onze leerlingen op grote schaal blijven falen, zowel in ons eigen onderwijs (hoe we die ook innoveren) als in Nederland (cijfers over de prestaties van onze studenten worden al decennialang angstvallig verzwegen!).
Hoe kan deze situatie verbeterd worden? Mijns inziens is het hard nodig om de bevolking aan de hand van (vooral visueel) info-materiaal meer inzicht te geven in een aantal belangrijke fundamentele zaken. In dit verband gaat het er bijvoorbeeld om duidelijk te maken welke ontwikkelingsfasen een kind doorloopt, hoe daarop het best in te spelen en hoe het kind daarbij te begeleiden. De ouders moeten daarbij praktische opvoedkundige handvaten worden geboden. Dit kan het best aan de hand van brochures en bijhorende (TV)programma’s die de belangrijkste informatie en adviezen duidelijk weergeven. Vanzelfsprekend moet de overheid het belang van deze programma’s aangeven door deze systematisch te promoveren.