Een zinvol programma voor de jeugd en de gemeenschap

 

Toelichting Op: ‘Extra Curriculair Schoolprogramma’

school.jpg


In principe dienen scholen meer te zijn dan een instituut waar vakken als talen, exacte wetenschappen, geschiedenis, enz. aangeleerd worden. Het is niet voldoende de leerlingen alleen maar kennis in te pompen, maar zij moeten -in schoolverband- ook meer van de gemeenschap, waar zij deel van uitmaken, leren kennen. Het hiernavolgend programma betrekt de schooljeugd zowel bij de verschillende schoolactiviteiten als bij de ontwikkelingen in de gemeenschap. Ik zal e.e.a. trachten te verduidelijken via het bijgevoegde schema.

Verschillende scholen in Aruba kennen een -beperkt- extra-curriculair programma, wat gericht is op het ‘leren kennen van aspecten van de Arubaanse gemeenschap’(1). Dit gebeurt via de Themadag (4). Deze themadagen worden hoofdzakelijk door docenten opgezet, zonder (nauwelijks) enige inspraak en/of praktische bijdrage van leerlingen.

Het Algemeen Vormend Onderwijs is een grote en belangrijke organisatie, die er op gericht is leerlingen een belangrijk stuk vorming mee te geven t.b.v. de gemeenschap waar zij deel van uitmaken. Het niveau van dit onderwijs is zodanig dat uiteindelijk degenen die de hogere niveaus met succes doorlopen, tot de leiders van de gemeenschap gaan behoren. Een goed gemeenschapsleven bestaat echter niet alleen uit een leidende positie en een goed inkomen, maar ook uit een bekendheid met de noden in de gemeenschap en de zorg te willen bijdragen aan de oplossing daarvan. Echter, ook dat is een vaardigheid die geleerd moet worden en waar dus aandacht aan moet worden besteed. (2+5)

Het Arubaanse verenigings- en organisatieleven kenmerkt zich voor een belangrijk deel door het feit dat het moeilijk is (geschikte) bestuursleden en andersoortig kader te vinden voor de benodigde werkzaamheden. Zelfs het vinden van actieve leden is problematisch. Daarmee verband houdend is kenmerkend het zeer geringe aantal actieve jeugdleden op recreatie- en sportgebied en op het gebied van cultuur en kunst. Gezien de potentieel grote mogelijkheden qua aantal leerlingen, is de school de ideale plaats om te fungeren als springplank voor een belangrijk stuk ervaring, die direct een positieve uitstraling kan hebben naar de gemeenschap (3).

Op grond van het overheidsstreven om in de toekomst de schooltijd te verlengen en om de sport- en expressievakken een belangrijkere plaats te geven in het totale leerpakket, kunnen leerlingen in de toekomst o.m. hun punten (‘credits’) verdienen door een bijdrage te leveren aan zgn. extra-curriculaire activiteiten op het gebied van de Sport (6+8) , Cultuur en Kunst (6+9) en  Vrijwilligerswerk ten behoeve van Stichtingen  (7+11).

In concreto betekent dit dat leerlingen tijdens hun 4 tot 6-jarig verblijf in het Algemeen Voortgezet Onderwijs (verplicht) deel gaan uitmaken van een sportvereniging (8), of een vereniging op het gebied van muziek (bijv. band, orkest), drama (een theatergroep), enz. (9). Daarbij moeten de leerlingen in achtereenvolgende jaren zoveel mogelijk alle aspecten van het verenigingsleven ervaren: van actieve deelnemer, via instructeur, trainer tot bestuurslid, die zorg draagt voor het organisatorisch en financieel reilen en zeilen van de betrokken vereniging (10). Via ‘verdiepingsprogramma’s’ kunnen leerlingen hun ervaringen via opdrachten rechtstreeks terugbrengen in de gemeenschap, door het verenigingsleven verder te helpen ontwikkelen. Op deze wijze worden de leeractiviteiten op school heel direct ter beschikking gesteld van de gemeenschap!

Natuurlijk kan dit project slechts worden uitgevoerd indien Overheid en gemeenschap aan verschillende voorwaarden voldoen:

  • Het er over eens worden dat de jeugd zo belangrijk is dat er meer aandacht, energie en geld aan wordt besteed.
  • Beslissen dat de school (voor zowel leerlingen als leraren) haar openingstijd uitbreidt tot 40 uur. Dit betekent o.m. dat de leerlingen hun huiswerk op school zelf maken, evenals de leraren.
  • Het zodanig aanpassen van de infrastructuur op school dat het aangenaam wordt om wat langer op school te verblijven (door bijv. een adequate kantine neer te zetten en airco in de lokalen aan te brengen).
  • Het aantrekken van extra personeel om de leerlingen te begeleiden bij hun extra-curriculaire activiteiten, aangezien een groot deel van de docenten zelf hun lessen voorbereiden, het werk van de leerlingen corrigeren en vergaderen tijdens hun 40 uur op school.
  • Het aanleggen van fietspaden om zo de jeugd in de gelegenheid te stellen op onafhankelijke en veilige wijze naar de verschillende sport- en/of recreatieve, culturele en/of sociale instellingen te gaan.
  • Het verenigen van het Ministerie van Onderwijs met die van Sport en Cultuur, om de voorgestelde veranderingen op een coherente wijze uit te voeren. Dit Ministerie zal tevens een afdeling voor Jeugdzaken omvatten om een coherent beleid voor de jeugd uit te stippelen en uit te voeren.

Vanzelfsprekend kan dit project slechts worden uitgevoerd indien het de steun krijgt van de meerderheid van de Arubaanse gemeenschap. Hiermee kan daadwerkelijk worden bereikt dat elke jongeling zich bezighoudt met bewegings-, culturele en/of artistieke activiteiten en gelijkertijd een dienst aan de gemeenschap verleent. Niet alleen draagt dit er toe bij een gezonde jeugd te ontwikkelen, maar ook een gezonde en dynamische gemeenschap.